Kersen als oorbellen

een verhaal over een deel van mij...

Het is nog niet zo lang geleden dat ik met mama een uitstapje maakte. Een uitgesteld verjaardagscadeau. Ze vertoeft nog graag eens onder de mensen en nu papa niet meer zo mobiel is en ze meer zorg voor hem moet dragen geniet ze er precies wel extra van. Onze dochter Suzan was er ook bij. In een rustig kader kregen we onze lunch en waren we gezellig wat aan het bijpraten. Wel fijn zo'n moeder-dochter-grootmoeder momenten. Alleen komen dan toch steeds opnieuw die verhalen van vroeger naar boven. Verhalen die ik door en door ken maar die mij op de één of andere manier steeds weer raken. Vroeger wist ik niet waarom, maar nu kwam plots zo ineens toen ik weer thuis was het inzicht.

Heel vaak uit mijn moeder tijdens de momenten waarop mijn vader er niet is haar frustraties over zijn ouders, mijn grootouders. Verhalen over hoe zij die mensen ervaren heeft en die verhalen zullen in haar beleving zeker kloppen. Het probleem is dat ik dan om de één of andere reden zonder dat ik me er bewust van ben in een kramp schiet en dan steeds die mensen ga verdedigen. Ik voel dan spanning, precies een wedstrijd en hoe meer ik argumenteer hoe meer feiten zij aanhaalt om haar waarheid te staven. Voor mij dan tijd om het af te ronden.

Toen ik thuiskwam ging ik me afvragen wat er op zo'n momenten met mij gebeurt en waarom ik precies reageer zoals ik reageer.  De feiten kloppen of misschien ook wel niet, maar mijn hoofd en mijn hart zaten in ieder geval niet op één lijn. Tot het me plots duidelijk werd.  De plek waar wij vroeger in het geniep druiven plukten die er zo sappig uitzagen, steentjes gooiden naar de kippen om hun reacties te zien, zochten naar kersen om als oorbellen aan onze oren te hangen. Dat laatste deed ik vooral, mijn broer hield het bij kersen zoeken. De plek waar er steeds een raar gevormd megagroot koekenbrood op de keukentafel stond, waar in de keuken een pomp i.p.v. een kraan was. Die plek, die mensen zijn een deel van mij. Zonder die plek en zonder hen was ik er niet. 

Als kind mag alles er zijn. Als kind wil je gewoon van alle mensen houden.  We ervaren als kind de mensen door de verhalen van onze ouders. Een jarenlange tweestrijd in mij van willen houden van dat deel in mij en daar precies niet van mogen houden. En met dit worden nog zoveel andere dingen helder.

Nu ik mij verdiep in systemisch werk kon ik nog meer voelen hoe en waar dit in mijn lichaam pijn deed. Hoe belangrijk het is om als kind van beide ouders en grootouders te mogen houden en hoe het mij gevormd heeft in het wikken en wegen over wat ik mag en niet mag zeggen, hoe ik mij mag en niet mag gedragen, waar ik wat mag zeggen en wat niet, ... Want als kind VOEL je alles en weet je instinctief wat je beter wel en niet zegt. Maar nu ben ik groot en laat ik het met liefde achter mij. 

En lieve mama... Ik hou van jou en ik sta mezelf nu ook toe om van die andere kant in mij te houden. Zo word ik compleet en kan alles stromen in mijn lichaam en in mijn hart. En dat zorgt ervoor dat het kan doorstromen naar mijn kinderen en kleinkinderen...

DANKBAAR


Een laatste groet aan mama!
een verhaal over 'patronen doorbreken'